Jij bent een super enthousiaste professional in de jeugdzorg. Je bent betrokken bij de gezinnen, je zet je met hart en ziel in voor de kinderen en je bent goed in je werk. Maar jij voelt je zo verantwoordelijk voor de mensen waar je mee werkt, dat je alles op eigen kracht wilt doen. Zonder dat je er erg in heb, neem jij alle problemen op je eigen schouders en ga jij alles dragen. Ook de dingen die jij bij de ouders kunt en eigenlijk moet laten. Want ergens in jou zit de overtuiging dat jij degene bent die het allemaal moet oplossen. Jij bent niet de enige jeugdprofessional die zo in elkaar steekt. Zo ken ik een dame die ook alles op eigen kracht wilde doen. Zij werkte bij een gezin waar veel huisdieren waren en heel veel spullen stonden. Het huishouden was een chaos. Op een dag belde ze me: “Wat moet ik hier nou mee? Het is niet te doen. Die moeder komt er niet aan toe om de afspraken over het opruimen na te komen. Iedere keer is het een chaos, ik kom er niet doorheen. Ze moet eerst zorgen dat alles op orde is. We kunnen pas een volgende stap maken als er opgeruimd is!”

Doorbreek de cirkel

Net als veel andere hulpverleners lette zij vooral op de omgeving en het gedrag. Volgens haar redenering kon moeder pas op eigen kracht verder als de omgeving netjes is. Maar omdat moeder de afspraken niet nakwam, kon de begeleiding niet werken. Zo kwamen ze in een vicieuze cirkel. Pas als er een planbord is, gaat er iets veranderen. Pas als de kamer opgeruimd is, kan er iets veranderen. Maar de realiteit is dat ze eerst moet veranderen voordat er een planbord kan komen of alles opgeruimd kan zijn. Het praktische gedrag is namelijk een gevolg van overtuigingen die zich intern afspelen. Als je daaraan gaat werken, volgt de rest vanzelf. Als je je blijft richten op het praktische niveau blijf je in feite alleen maar doen aan symptoombestrijding in plaats van dat je de bron aanpakt. En als dat gebeurt, moet het inderdaad vanuit jouw kracht komen. Iets dat niet wenselijk is voor jou en het gezin. Want feitelijk leren ze dan niks.

Gelijkwaardig gesprek tussen ouder en jeugdprofessional

Dus ik heb deze dame in kwestie geadviseerd om met moeder apart het gesprek aan te gaan om aan de waarden en overtuigingen te werken. Je gaat dan een proces met haar aan om verandering van binnenuit te bewerkstelligen. Je leert haar dan om dingen vanuit haar kracht te gaan doen. Mocht jij nou een jeugdprofessional zijn die zich hierin herkent, en ook het gesprek aan wilt gaan met moeder, vader of gezin: houd dan in je achterhoofd dat dit hún manier van leven is. Een manier waar zij voor hebben gekozen. Jij noemt het troep, maar zij vinden het misschien wel gezellig dat er zoveel spullen in huis staan. Misschien zijn we allemaal wel herinneringen. Jij hebt er misschien niks mee, maar zij willen graag huisdieren en zien dit als onderdeel van het gezin. Dus ga in gesprek met ze en probeer geen oordeel te vellen over hun leven of hun huisinrichting. Ga er open in.

Behandel ouders als gelijkwaardig

Wat heel goed helpt is om in een gelijkwaardige setting met elkaar te zitten of bijvoorbeeld te gaan wandelen. Je zit er dan niet als de hulpverlener, maar als gelijkwaardige. De drempel wordt dan lager voor ze en is het makkelijk om zich bloot te geven. De kans is dan veel groter dat je er dan achter komt wat er echt bij ouders leeft en wat ze echt van jou verwachten. Iets dat je zou kunnen vragen is: “Ik ben nu de afgelopen vier keer hier geweest en ik kom zomaar in jouw huis, zo jullie leven in. Hoe is dat voor jou?” Vaak beginnen ze met een sociaal wenselijk antwoord in de trant van: “Ik ben heel blij dat je er bent voor mijn kind. Ik ben ook blij dat daar iets aan gedaan kan worden.” Als je in een ongedwongen setting bent, zal je merken dat ouders dan net even wat meer vertellen dan dat ze zouden doen als je heel strak aan een tafel zit met een schriftje in de hand om alles te noteren wat de moeder zegt. Dat kan ze bijvoorbeeld zeggen: “Ik vind het lastig dat jij zegt dat ik de kamer moet opruimen van mijn zoon en dat ik een planbord moet maken. Dat zit gewoon niet in mijn systeem en ik heb er geen tijd voor. Ik heb ook nog andere kinderen.” Het is belangrijk om dit soort gesprekjes met een ouder eens in de paar weken te houden. Het verandert namelijk wel iets in hun gedachten. Ze gaan er bewust en onbewust over nadenken. En op een dag komt vanzelf het verzoek: “Ik zou wel eens willen weten hoe een planbord nou precies werkt.”

Plant zaadjes

Eigenlijk is je rol dus vooral om zaadjes te planten. Een zaadje zie je niet, dat zit onder de grond. Op een gegeven moment komt daar een mooie bloem uit. Het ene zaadje doet er wat langer over dan het andere. Maar door eraan te trekken, groeit niks. Om te groeien tot die mooie bloem heeft het zaadje geduld, voeding en licht nodig. Iets dat jij kunt geven. En vergeet niet: verandering kost tijd. Niet alleen bij de ouders waar je mee werkt, ook bij jezelf. Om iets echt in je systeem te krijgen duurt soms lang. Dat vraagt dus consistentie en uithoudingsvermogen. Want terugval hoort er ook bij. Je gaat eerst hard aan het werk, dan bereik je je doel en dan val je weer terug in je oude patroon. Niks is menselijker. Zolang je maar elke keer weer blijft op staan.

Proces in plaats van situatie

Staar je dus niet blind op de situatie: “O, nou heeft ze weer niet de kamer opgeruimd. O, nu is er weer niet een planbord opgehangen. O, nu is er weer niet een briefje neergelegd.” Want dan blijf je op dat gedragsniveau hangen. Kijk in plaats daarvan naar de processen. En in eerste instantie die van jezelf. Let op wat er wel is en wat er wel al verandert. Kijk naar de interessante gesprekken die je hebt met de ouders, zie dat ze ervoor open staan. Kijk af en toe terug hoe het was toen je net binnenkwam en hoe ver je nu al bent. Wat was er toen anders en wat is er al verbeterd? Als je die verbeteringen ziet, kun je dat overdragen aan de ouders. Prijs ze daar ook in. Oefen ook met ze om zelf te zien wat er goed gaat. Hun vertrouwen in zichzelf en in jou zal hierdoor groeien waardoor je stappen kunt blijven maken. Het resultaat is dat ze op een gegeven moment zelf stappen gaan zetten. Ze gaan hun eigen kracht zien en daar ook gebruik van maken. Als je op deze manier werkt, hoef jij minder hard te werken in je hoofd, omdat je vertrouwt dat het gezin het oppakt wat je al aan ideeën en handvatten hebt meegegeven. Jij kan namelijk niet voor ze veranderen, maar je kunt ze wel leren hoe ze dit zelf kunnen doen.

Wil jij ook leren hoe je op eigen kracht minder hard hoeft te werken voor een beter resultaat? Kom naar mijn training ‘Word de Beste Jeugdprofessional’. Klik hier voor meer informatie.

Warme groeten,

Judith Nieuwpoort