Veel ouders die ik begeleid, gaan rond het zevende levensjaar van hun kind op onderzoek uit. Eigenlijk weten ouders al veel eerder dat hun kind anders is dan andere kinderen, maar eerder is er vaak nog geen opvoedingsprobleem. Zelfs als baby was, merken ouders vaak al dat er iets anders is. Hij slaapt slechter, eet slechter, is drukker, beweeglijk of heeft juist een traag reactievermogen en lacht weinig. Allemaal kleine dingetjes. Het valt ouders wel op, maar ze maken zich er nog niet veel zorgen over. Puur omdat er op dat moment nog geen opvoedingsproblemen is. Pas wanneer kinderen naar school gaan, en ze geconfronteerd wordem met andere kinderen, gaan er dingen spelen die moeilijkheden veroorzaken. De leerkracht ziet die dingen in het gedrag en koppelt dat terug naar de ouders. Dat is vaak het moment waarop ouders zich realiseren: we moeten hier nu iets mee gaan doen.

Frustratie en machteloosheid bij ouders

De opvoedingsproblemen die ouders ervaren zijn uiteenlopend van aard. Het kind kan bijvoorbeeld niet vertellen wat er op school gebeurt, omdat hij moeite heeft om dingen te benoemen. Die moeite met dingen benoemen, maakt het lastig om met emoties om te gaan en voor de ouders om adequaat te reageren erop. Thuis gaat het kind zich dan terugtrekken of juist extreem reageren op anderen wat zich vaak in boosheid uit. Ze kunnen zichzelf opsluiten op de wc of pakken juist een broer of zus hardhandig aan. Meer en meer gaan deze kinderen in hun hoofd zitten en is er voor opvoeders geen doorkomen meer aan. Met alle gevolgen van dien ook op school. Moeders en vaders die te maken hebben met opvoedingsproblemen geven dan ook vaak aan dat ze zich gefrustreerd en machteloos voelen. Ze lopen vast en weten niet meer wat ze moeten doen. In sommige gevallen legt dat ook druk op de rest van het gezin en op de relatie tussen vader en moeder. Iedereen moet de juiste plek en benadering vinden op een manier die voor iedereen werkt. Als dat lastig gaat, komen vader, moeder en kind op een gegeven moment in een driehoek te zitten waar ze niet meer weten uit te stappen. Je begeleidt dus dan niet alleen het kind, maar het hele gezin.

De situatie veranderen

Voordat die begeleiding er is, is er echter al een heel proces vooraf gegaan. Een kind opvoeden met opvoedingsproblemen is geen makkelijk verhaal. Het vraagt veel energie en doorzettingsvermogen. Je moet veel van jezelf geven om je kind in balans te houden. Dat gaat soms ten koste van je eigen balans. Veel ouders raken dan ook uitgeput en ontwikkelen lichamelijke klachten. Als dan de leerkracht komt aanzetten met problemen op school is dat vaak de druppel die de emmer doet overlopen. Pas dan worden er stappen gezet om hulp in te vliegen en komt een heel proces op gang. Dat kan soms heel confronterend zijn, want ouders moeten op dat moment eerlijk naar zichzelf gaan kijken en zichzelf afvragen: welke kant gaan we op en waar hebben we behoefte aan? Ze zijn een situatie gewend geraakt en hebben hun manier om ermee om te gaan, en dat moet nu veranderen. Het is belangrijk voor hen om een plek te hebben waar ze hun ei kwijt kunnen en hun frustraties, angsten en gevoelens kunnen delen. Binnen de familie- en vriendenkring voelen ze zich vaak teveel en de meeste ouders houden het daarom dan ook liever bij zichzelf of ze gaan op zoek naar professionele hulp. Dat is natuurlijk wel een enorme stap, maar achteraf vaak het grootste cadeau dat ze zichzelf hadden kunnen geven. Ze ontdekken namelijk hoe ze om kunnen gaan met al die emoties van zichzelf, elkaar en van hun kind.

De situatie van het gezin neutraliseren

Als een gezin begint met het behandeltraject is er vaak sprake van veel stress door alle problemen. Als je veel stress ervaart, komen er minder leuke kanten omhoog. Niet alleen bij de ouders, maar zeker ook bij het kind. En als je dan een kind hebt met kenmerken van ADHD of autisme, komen die in veelvoud naar buiten. Al die opgebouwde spanningen komen er in alle heftigheid uit. Dat maakt het zo goed als onmogelijk om dingen te veranderen. De situatie moet dus eerst geneutraliseerd worden. Pas als je dat gebeurt is, kan het kind wat meer ontspannen en de ouders ook. De situatie wordt dan weer als veilig ervaren in plaats van als dreigend. En op het moment dat dat zo is, kan je een volgende stap zetten om de situatie blijvend te veranderen.

Coaching voor de ouders bij opvoedingsproblemen

Om die verandering te kunnen creëren, is het heel belangrijk dat ouders ook gecoacht worden. Ouders nemen namelijk vaak onbewust patronen over van hun eigen ouders. Of ze hebben gedurende hun leven bepaalde patronen ontwikkeld door dingen die ze hebben meegemaakt. Onbewust brengen ze al die mechanismen en patronen over aan hun kind. Als gevolg spiegelt het kind vaak het gedrag dat ook in de ouders zit. Dat is een lastig proces dat zij niet alleen kunnen. Een coach kan hen helpen om de patronen te doorbreken en het anders te gaan doen. Hiermee helpen ze niet alleen zichzelf, maar ook hun kind. Zo was er bijvoorbeeld een moeder die vond dat haar eigen moeder bovenop haar zat en alles voor haar bepaalde. Tijdens de coaching kwam ze erachter dat zij datzelfde ook deed bij haar eigen dochter. En hoewel dat een schrikmoment voor haar was, herkende ze wel ineens het patroon. En als je eenmaal het patroon herkent, kan je het doorbreken. In de coaching kan vervolgens dieper ingegaan worden op vragen als: hoe afstand te bewaren en wat gebeurt er dan? Zo leren ouders dus wat ze zelf kunnen doen om uit de situatie te stappen.

Verandering bij de ouders en de kinderen

Een kind kan niets veranderen als een ouder niet mee verandert. Een kind kan nog zoveel vaardigheden en tools leren buiten de gezinssituatie, maar als je voorbij gaat aan de situatie binnen het gezin zal dat maar van tijdelijke aard zijn. Je moet dus de ouders meenemen in het veranderproces. Je kunt al heel veel tackelen in de jeugdzorg voordat een kind een heel begeleidings- en behandeltraject ingaat. In plaats van ouders maar af en toe te informeren (zoals vaak gebeurt), moet je ze heel bewust erbij te betrekken. Dan hebben ook daadwerkelijk het gevoel dat zij een belangrijke rol spelen. Tegelijk is het belangrijk om een ongedwongen setting te creëren. Zo kunnen de kinderen nieuwe vaardigheden aanleren in een ontspannen sfeer en wordt het voor ouders een stuk laagdrempeliger en makkelijker om zich open te stellen voor jou als begeleider.

Het voorkomen van ernstige opvoedingsproblemen

Naar mate kinderen ouder worden, kunnen de problemen ook groter worden. Als ze ouder worden, worden ze namelijk ook bewust van zichzelf en hun anders zijn. Of ze ondervinden sociale problemen doordat ze geen aansluiting vinden. Het wordt moeilijker om met zichzelf om te gaan waardoor het voor de opvoeders ook moeilijker wordt. Hoe mooi is het dat jij als jeugdzorgprofessional ervoor kunt zorgen dat ernstige opvoedingsproblemen worden voorkomen? Op jonge leeftijd, vaak tussen de zes en tien jaar kan je al zoveel vóór zijn. In deze jaren gebeuren namelijk belangrijke ontwikkelingen op sociaal en emotioneel vlak. Alles wat ze nu meekrijgen en waar je hun gedrag in kunt verbeteren, gaat helpen voordat ze in de moeilijke tienerjaren komen. Dan voorkom je ernstige problemen die zelfs tot uithuisplaatsing kunnen leiden. En daar heb je toch echt de ouders bij nodig om te zorgen voor die blijvende verandering. Zij zijn zo belangrijk in dit proces om hun kind optimaal te kunnen ondersteunen. Als jij heel het gezin meeneemt, kan jij ervoor zorgen dat er voor ieder kind ruimte is om gezond en gelukkig op te groeien. Dan verander je niet alleen dit gezin, maar ook de generaties die erna komen.

Wil jij nog meer tools om de best mogelijke jeugdprofessional te worden? Doe dan mee met de training ‘Word de Beste Jeugdprofessional’. Kijk hier voor meer informatie.