UITGEBREID INTERVIEW – DELFT OP ZONDAG
-Wil je kinderen en volwassenen met problemen daarvan kunnen afhelpen, dan moet je zelf géén problemen hebben. Of niet?
“Een leven zonder problemen, dat bestaat niet. De kunst is alleen: Hoe ga je ermee om? Ga je achterin de bus zitten of kruip je zelf achter het stuur? Ga je zelf op zoek naar een oplossing of laat je het aan een ander over om met de juiste oplossing te komen?” Ze gooit er vrolijk een metafoor tegenaan. “Je leven is als een tuin. Het onkruid haal je weg, maar op andere plekken komt het net zo hard weer op. Zo geldt dat ook voor de problemen in je leven”.
DELFT – Het enthousiasme spat er vanaf, bij Judith Nieuwpoort, van de ADHD Factory. “Het is zó leuk wat ik doe. Het is toch gaaf als je een omgeving kan creëren waarin ouders en kinderen het naar hun zin hebben?”
En in één adem: “Dat je een werkomgeving kan creëren waarin de mensen die er werken het naar hun zin hebben? Dan is het en en en. En dat komt allemaal ten goede aan de mensen en kinderen voor wie je het doet”.
Ze bekommert zich met haar bedrijf om kinderen die behept zijn met ADHD, met autisme, met het Syndroom van Asperger, “ook een vorm van autisme”, kortom: “kinderen die leer-, gedrag- en concentratieproblemen hebben, de zeg maar moeilijk opvoedbare kinderen. Het is heel breed”. En wat minstens zo belangrijk is: “Bij ons komen ook de ouders aan bod”.
-Tóch: ADHD Factory, of wel: ADHD Fabriek, het klinkt en oogt nogal zakelijk, misschien wel afstandelijk.
“Het grappige is dat ik iets wilde met de X-Factor. Dat was toen een heel populair TV-programma. Over ADHD wordt vaak nog zó negatief gedaan. Ik geloof dat iedereen wel iets van ADHD in zich heeft. De één heeft er last van, de ander heeft van die gedragssymptomen z’n kracht gemaakt. In een fabriek wordt veel gedaan. Bij ons ook. We ontwikkelen dingen, we ontplooien initiatieven, we zijn voortdurend in beweging”. En, geeft ze ook wel toe: “ADHD Factory, dat bekt ook wel lekker”. Maar, zegt ze er onmiddellijk bij: “Het is nièt zo dat we kant en klare brokken aanbieden.
Maar we bereiken wèl de gewenste resultaten. Dat zie je veel bij de reguliere instanties. Die hebben kant en klare behandelplannen. Ben je daarmee klaar, dan stopt het. Bovendien wordt daar medicatie vaak verplicht gesteld. Er zijn ouders die dat voor hun kind niet willen. Dan komen ze bij ons terecht. Wij stellen medicatie niet verplicht. Sterker: bij ons komen kinderen niet zelden van de medicatie af”.
Judith Nieuwpoort, net een ruime week 32. Geboren en getogen Delftse. Lagere School, MAVO, MBO-opleiding Sociaal-Pedagogisch Werk. Daarna Managementopleiding Kinderopvang. En vervolgens aan het werk. Als intercedent (consulent of arbeidsbemiddelaar mag ook) bij een Uitzendbureau. “Leek me leuk, de zakelijke kant”. Daar komt ze van terug. “Ze gingen er over lijken. Het was me véél te commercieel. Maar ik heb er wèl veel ervaring opgedaan. En heel wat cursussen gevolgd. Ik ben daar echt gedrild. Daar heb ik ontdekt wat het werkleven inhoudt. Maar ik kwam er ook achter dat ik meer een zeg maar relatiemanager ben dan een commercieel manager. Daar ben ik gewoon te soft voor”.
Ze werkt vervolgens zeven jaar voor de Delftse Sociale Diens. “Daar kwam ik in een walhalla terecht”. Ze bedoelt: “Daar was ik met zó veel collega’s, zo’n 250 man in één gebouw, daar was het altijd gezellig. Eén keer per maand hadden we op vrijdag een borrel. Qua sociaal gebeuren was dat voor mij echt een eye-opener. Maar qua werk raakte ik toch wel vrij snel de uitdaging kwijt. Ik vroeg me af: Waar ben ik nou goed in? Wat wil ik nou? Wat kan ik eigenlijk? Ik kwam in een afslankingstraject terecht. Moest opgeven waar ik goed in was. En wat ik wilde. Toen ben ik veel over mezelf wijzer geworden”.
Ze gaat NLP doen. Ofwel: Neuro-Linguïstisch Programmeren. Ofwel: “Onbewuste processen bewuster maken, heel kort gezegd. Daar leerde ik wat mijn drijfveren zijn. Wat ik wil, wat ik kan. En ik kwam erachter dat ik meer een mensenmens ben”. Dat ervaart ze ook in wat ze nu doet. “Je ziet dat mensen die problemen hebben van het kastje naar de muur worden gestuurd. Die wil ik helpen”.
‘DAAR HAALDE IK M’N ENERGIE UIT’
Ze is nog niet uitgestudeerd. Volgt een opleiding voor ADHD-coach. “Ja, dát was het”. Ze gaat even terug in de tijd. “Ik had ooit, zo rond m’n zestiende, een missie. Ik vond het heel zielig dat kinderen in tehuizen werden geplaatst. Dat leek we mooi: dat je zulke kinderen nog iets kan meegeven in hun turbulente jeugd”.
Ze neemt ontslag bij de Sociale Dienst. “Ik kon daar niet verder. Ik was in m’n functie uitontwikkeld. Ik ging gedrag vertonen dat niet zo aardig is. Ja, ik heb vaak bij m’n chef op z’n kamertje gezeten. Als ik het niet naar m’n zin heb, komen m’n minder leuke kanten naar boven. En ik hád het niet naar m’n zin. Ik was de uitdaging kwijt. Zat m’n tijd uit. Ik had ook niet het leukste werk. Ik deed de herberekeningen van uitkeringen. In negen van de tien gevallen moesten de mensen terugbetalen. Het was voor mij de kunst dat goed af te handelen. Dat ging negen van de tien keer goed. Daar haalde ik m’n energie uit. Maar de organisatie was zó groot, heel veel taken werden door andere afdelingen of instanties gedaan. En ik vond het juist leuk om met het geheel bezig te zijn. Maar die vrijheid was er niet. En die heb ik nu wèl”.
Ze gaat werken voor Topzorg, “een bedrijf dat thuisbegeleiding gaf aan mensen met een psychische stoornis. Ik wist dat het maar voor één jaar was, maar ik heb er ontzettend veel geleerd. Ik deed daar van alles, van het ondersteunen van de administratie en de financiën tot het begeleiden van mensen op het persoonlijke vlak. Ik kon hier alles combineren wat ik tot dan had geleerd. De meeste mensen die in de problemen zitten, maken hun post niet open en laten hun financiën versloffen. Voor die mensen is het een hele stap om hulp te zoeken. Die mensen kregen we doorverwezen via PsyQ, eigenlijk zoiets als GGZ, maar dan gespecialiseerd op het gebied van ADHD, burnout, autisme en zo”.
Dan is het 2008. Judith Nieuwpoort werkt nog voor Topzorg, maar ze begint ook met haar Kidsweekends. “En sinds 2009 ben ik zelfstandig. Ik dacht, toen ik hiermee begon: ik moet het in drie maanden zien te redden, anders ga ik warme worst verkopen bij de HEMA. Maar het zat allemaal mee. Het was eerst één weekend met vijf kinderen. Daarna twee weekends met tien kinderen”. Om kort te gaan: “”Het gaat als een speer”. Ze heeft nu vier medewerksters in vaste dienst, vijf freelancers en zeven stagiaires.
Het begint allemaal met de diagnose die de GZ-psycholoog bij het kind heeft gesteld. Hoewel: “Sommige ouders doen dat bewust nièt. Die willen niet dat hun kind een stempeltje krijgt opgedrukt. Maar ze gaan wèl op zoek naar begeleiding bij de symptomen die hun kind vertoont. Dat kan gaan om leer- en concentratieproblemen, om conflicten thuis, noem maar op. We hebben eerst een intakegesprek met de ouders. Waar is de meeste behoefte aan? De ouders krijgen of coaching of training, zodat ze inzicht krijgen in onze werkwijze. Als de ouders niet meeveranderen, zullen ze nooit opmerken hoe hun kind gegroeid is of veranderd. Zijn die kinderen zeventien, achttien jaar, dan is het een ander verhaal. Dan gaan we alleen met die jongere aan de slag. Zonder de ouders”.
“Het zijn altijd korte begeleidingstrajecten. Voor de kidsweekends hebben we de kinderen minimaal een half jaar, maar gemiddeld toch wel een jaar lang één keer per maand bij ons. En de coachingsgesprekken met de ouders, meestal één keer in de twee weken, beslaan meestal een periode van zo’n drie maanden. Dan hebben ze wel voldoende handvatten en inzichten in hoe ze de balans in zichzelf kunnen vinden”.
“Dat is onze filosofie: we zijn geen hulpverleners die tegen de ouders zeggen wat ze niet goed doen en wat ze anders moeten doen. Wij werken vanuit de vraag: Wat zou u zelf doen? Dat moet geïntegreerd worden in hun eigen systeem. Daar moeten ze het nut van leren inzien. Het kan, bijvoorbeeld, zijn dat ouders hun kinderen opvoeden zoals ze zelf zijn opgevoed. Maar die kinderen kunnen daar heel anders op reageren. Als je je daarvan bewust bent, kan je je communicatie daarop aanpassen en je opvoedingsstijl. Dat kost tijd. Het is als met autorijden: dat leer je ook niet in één dag. Het is heel mooi om te zien dat heel wat ouders dat toch leuk vinden”.
‘WIJ WERKEN NIÈT MET GELE EN RODE KAARTEN’
De kinderen, “de minimumleeftijd is zes jaar, de oudste is nu twintig”, komen aan de beurt tijdens de kidsweekends. In Kijkduin. Die kidsweekends hebben verschillende thema’s. Bijvoorbeeld: “Zelfredzaamheid. Kunnen ze zelfstandig douchen? Kunnen ze zichzelf aankleden? Kunnen ze zelf hun brood klaarmaken? Dat soort dingen”. Een ander thema: “Vriendschap. Heb je vriendjes? Hoe maak je vriendjes? Hoe kan je vriendjes vriendjes laten blijven? Ja, dat hoor je toch wel vaak van ouders, dat hun kinderen geen sociale contacten kunnen maken. Wij maken de kinderen er steeds meer bewust van wie ze zijn en wat ze kunnen. Natuurlijk doen zich tijdens die weekends wel ’s akkefietjes voor. Maar dat is prima en juist nuttig. Daar kunnen we wat mee. Voorop staat dat iedereen het leuk en gezellig moet vinden. Er moet een ongedwongen sfeer heersen. Ze mogen en kunnen zichzelf zijn. Zoals gezegd: er gebeurt altijd wel ’s iets dat anderen niet leuk vinden. Daar gaan we als begeleiding mee aan de slag. Maar we laten de kinderen wel in hun waarde. Elk kind toont op dat moment het gedrag dat het meent te moeten tonen. Een kind doet dat niet zo maar. Als je dat goed kan observeren, dan kan je daar wat mee. Nee, we werken nièt met gele en rode kaarten”.
-Is met jullie aanpak succes gegarandeerd?
“Bijna wel, ja. Dat is ook mijn drijfveer. Ik kan wel leuke ideeën hebben, ik kan het wel mooi vertellen en op papier zetten, maar het gaat er natuurlijk wel om of het in de praktijk werkt. Tijdens de kidsweekends zijn de kinderen mijn feedback. Dan zie ik: Ja, het klopt. Kinderen leren heel snel. Als de sfeer ongedwongen is, voelen ze het niet als moeten. Dat zeggen we ook altijd: Bij ons zijn geen regels. Maar intussen zijn er ontzettend veel regels. Weten ze dat van tevoren, dan gaan ze juist regels overtreden. Natuurlijk krijgen ze gedurende zo’n weekend wel ’s een correctie. Maar doordat ze het gevoel hebben dat alles mag hebben ze niet de neiging om grenzen te overschrijden. Al heeft het ene kind natuurlijk een strakkere aanpak nodig dan het andere kind”.
“Je merkt ook dat ouders door onze aanpak heel andere kanten van hun kind leren kennen. Laatst zei een moeder dat haar kind zo veel humor heeft. Dat was haar nooit opgevallen”.
-Wil je kinderen en volwassenen met problemen daarvan kunnen afhelpen, dan moet je zelf géén problemen hebben. Of niet?
“Een leven zonder problemen, dat bestaat niet. De kunst is alleen: Hoe ga je ermee om? Ga je achterin de bus zitten of kruip je zelf achter het stuur? Ga je zelf op zoek naar een oplossing of laat je het aan een ander over om met de juiste oplossing te komen?” Ze gooit er vrolijk een metafoor tegenaan. “Je leven is als een tuin. Het onkruid haal je weg, maar op andere plekken komt het net zo hard weer op. Zo geldt dat ook voor de problemen in je leven”.
Ze heeft zelf ook een zoektocht achter de rug. “Ik was niet zo goed in leren. Ik had graag een studie Psychologie gedaan. Misschien ga ik dat nog wel ’s doen. Ik ben echt iemand die uit het leven moet leren. Dat is niet altijd makkelijk geweest, maar ik heb er wel veel van geleerd. Dat kan je niet uit boeken halen. Dat ik 29 was en een eigen bedrijf begon, dat had nooit gekund als ik niet had meegemaakt wat ik heb meegemaakt. Kort gezegd: mijn kracht is verder kijken dan de buitenkant. Dat heb ik in m’n eigen kindertijd gezien. Wat kijk je sjachrijnig, dat hoorde ik zó vaak dat ik me zo ook ging voelen. Er wordt zó makkelijk een oordeel geveld. Waar is dat voor nodig? Als je iedereen in z’n waarde laat, komen z’n kwaliteiten veel makkelijker naar buiten. Het is niet altijd afhankelijk van de cijfers op je rapport wat je later gaat doen”.
“Ik ben een mensenmens. De interactie met mensen, dat vind ik belangrijk. Wat beweegt mensen? Ik hoor zó veel problemen, ik heb zelf in m’n leven het nodige ervaren, maar wat ik vooral gemerkt heb is hoe krachtig mensen zijn”.
“Hoop, dat is wat mensen bij ons brengt. Ze zitten al jaren en jaren bij regulieren instellingen, zonder veel resultaat. Wij leggen het vooral bij de mensen zelf neer. Ze krijgen niet de kans zich achter hun slachtofferrol te verschuilen”.
-Ben jij de ideale schoondochter?
Schatert. “Nee, dat ook weer niet. Ik denk dat ik pas de laatste vijf, zes jaar mezelf steeds beter heb leren kennen. En ik geloof dat dat een weg is die je je hele leven blijft begaan”. (PB)