‘’Die dag dat ik op de groep terugkwam nadat ik hoorde dat mijn moeder een nieuwe vriend had, kon ik alleen maar huilen. In een dagrapportage moest ik terug lezen dat ik me die dag theatraal had gedragen. Extra pijnlijk is dat de leiding van de volgende dienst alleen de rapportage van de dag ervoor leest’’. Dit is een ervaringsverhaal dat een jonge dame vertelde een bijeenkomst over haar tijd in de jeugdzorg. Dit was waarschijnlijk niet gebeurd als er wordt gerapporteerd met de jeugdigen in plaats van over de jeugdigen.
De jeugdige heeft recht op informatie die voor hem belangrijk is om te weten. De jeugdige mag bijvoorbeeld lezen wat er in het persoonlijk plan staat maar ook wat de jeugdprofessional over de jeugdige in de rapportages schrijft.
De jeugdige van 12+ jaar (die zijn eigen belangen goed kan inschatten), mag het dossier jeugdhulp inzien. Als het gaat om een jeugdige jonger dan 12 jaar, dan worden de dossierrechten uitgeoefend door de wettelijke vertegenwoordiger(s). Behalve als de jeugdhulpverlener vindt dat inzage de hulpverlening schaadt.
Je bent als professional in de jeugdzorg druk, heel druk. Dat kan ervoor zorgen dat je onvoldoende toekomt aan goede verslaglegging. Dat terwijl goed rapporteren een van de kernkwaliteiten van jeugdprofessionals zijn. De rapportages zijn van belang als hulpmiddel bij de continuïteit van de zorg en ondersteuning. Dit betekent dat er afstemming nodig is en dat er informatie moet worden overgedragen. Allereerst betekent dit duidelijk en begrijpelijk schrijven, maar ook methodisch goed opgebouwde rapportages maken, onder meer door het scheiden van feiten en meningen tijdens onderzoek en bij de rapportage.
Veel jeugdprofessionals staan niet te springen om rapportages inzichtelijk te maken voor de cliënten. Er kan sprake zijn van angst voor discussie met jeugdigen of hun ouders. Extra uitdagend lijkt het dan om met de jeugdigen te rapporteren. Dit blijkt prima te kunnen. Mits rapporteren kort en bondig is, zonder er omheen te draaien en zo objectief mogelijk. Nog beter, we schrijven niet meer óver de jeugdigen maar we spreken hen rechtstreeks aan, of we rapporteren zelfs met hen samen. Voor de jeugdigen voelt dat heel anders. En als ze iets niet begrijpen of het er niet mee eens zijn, dan kunnen ze meteen reageren of juist aanvullingen geven.
Het rapporteren met de jeugdige kan ook meer impact hebben omdat er gesprekken en dus meer begrip kan ontstaan over het waargenomen gedrag. Daarnaast voelen de jeugdigen zich meer betrokken bij de uitvoering van hun persoonlijk plan, voelen ze zich meer gezien en serieus genomen. Het rapporteren met de jeugdigen zorgt daardoor weer voor meer vertrouwen naar de jeugdzorgwerker wat het uiteindelijk ook veel makkelijker maakt aan hun doelen te werken.